zaterdag 17 november 2012

Laten we hopen dat we winnen

Tegen het einde van de donderdagmiddag zitten we weer op het Piazza Cavour. Aldaar sla ik de Tuttosport open. Op pagina achttien kopt de sportkrant: ‘Kritiek moment voor de Vercellesi. Pro, ora basta parole.’ Voorts wordt geschreven over een timide ploeg die onlangs op mentaliteit werd afgetroefd door Modena. Algemeen directeur Romairone wordt als volgt geciteerd: “We hebben een Serie B-mentaliteit nodig. Er wordt nu weinig gepraat en veel getraind.” De krant staat stil bij de West Side, die tegen Modena stil had geprotesteerd tegen de geringe belangstelling van de inwoners van Vercelli voor de wedstrijd. Ten slotte kondigt de krant aan dat trainer Camolese overweegt om de Argentijn Innocenti te laten spelen in de plaats van de geblesseerde Appelt Pires. De belangrijke wedstrijd tegen Crotone staat voor de deur. Laten we hopen dat we winnen.

Met de ervaringen van vandaag levert dat genoeg gespreksstof op voor een diner met Stefano, de redacteur van tuttoprovercelli.com, die het bezoek van mij aan de club mede mogelijk heeft gemaakt.
Met Stefano hebben we afgesproken in restaurant Il Giardinetto waar we ons de panissa, wilde eend met munt en Gattinara-wijn (Travigliani Reserva 2006 DOCG) goed laten smaken. Het is een hartelijk en onderhoudend treffen. Stefano is vergezeld van zijn vrouw, die indien nodig op kan treden als Engelse tolk. Stefano spreekt echter goed genoeg Engels om rechtstreeks gesprekken te kunnen voeren over de economische en politieke situatie in Italië, de schoonheid van Turijn, het leven in Vercelli (“Heerlijk rustig, maar de muskieten in het voorjaar zijn echt een probleem”, zegt zijn vrouw) en sport, in het bijzonder de lokale voetbalclub Pro Vercelli. Stefano volgt Pro als echte Vercellese al van jongs af aan. Ter herinnering aan het vorige seizoen heeft Stefano een mapje met foto’s van de hoogtepunten voor mij meegebracht.

Stefano blijkt bovenop de club te zitten, zo niet er middenin. In het verleden werkte hij in één van de bedrijven van voorzitter Massimo Secondo (eigenaar van een flink aantal grote private bejaardenhuizen in de regio). Toen Secondo een aantal jaar terug de club Pro Belvedere overnam (naar verluidt om zijn kinderen te kunnen laten voetballen), vroeg hij Stefano als perschef. Drie jaar diende Stefano de club trouw tot volle tevredenheid van Secondo. Pro Belvedere stoomde van het niets op naar de Lega Pro Seconda Divisione, waar het er zelfs in slaagde van de roemruchte plaatsgenoot te winnen. Dat was een aardschok op de lokale voetbalkaart. Vervolgens speelde Stefano een belangrijke rol bij de overname van Pro Vercelli in 2010. Als gemeenteraadslid legde hij de contacten tussen burgemeester Corsaro en Secondo, wat uiteindelijk tot de fusie en doorstart van Pro Vercelli zou leiden. Daarop werd hij door Secondo gevraagd de perswerkzaamheden van de nieuwe fusieclub voor zijn rekening te nemen, wat onder meer leidde tot de website tuttoprovercelli.com waar Stefano redacteur van is.
“Het is slechts een hobby”, merkt Stefano op met glinsterogen en een blije grijns op zijn gezicht.

Op mijn vraag wat volgens Stefano de bepalende factor is achter het succes van Pro Vercelli antwoordt hij zonder aarzelen: “De persoonlijke band tussen algemeen directeur Romairone en algemeen directeur Marotta van Juventus.”
De twee schijnen elkaar te kennen uit Genua waar Romairone vandaan komt en waar Marotta eerder werkzaam was bij Sampdoria. Sinds die periode onderhouden de twee nauwe contacten waar Pro Vercelli van profiteert. Zo kan de huur van Appelt Pires en Masi worden verklaard, als ook de komst van Elio De Silvestro. De transfer van Masi naar Juventus is tevens een vrucht van de nauwe samenwerking. Die transfer kon tot stand komen omdat Juventus in eerste instantie de middelen aan Pro Vercelli gaf om Masi geheel van Sampdoria over te nemen. Door op de achtergrond te blijven, werd de prijs van Masi niet onnodig opgedreven en kon Juventus de speler in tweede instantie tegen marktconforme prijs overnemen van Pro Vercelli.
“Bovendien is het hele jeugdteam van Pro eigendom van Juventus”, vertelt Stefano. “Daardoor spelen de grootste talenten uit de regio hier op het hoogste landelijke niveau. Prachtig om te zien!” (Zo maakte enkele weken geleden nog de Braziliaanse sterspeler Pato na blessureleed zijn rentree met de Milan-jeugd tegen het jeugdteam van Pro Vercelli.)

Stefano vertelt verder dat Pro Vercelli is neergezet als project. Massimo Secondo leidt het project als een familie. Ieders rol is duidelijk. De club werkt met een begroting van circa € 8 mln., waarvan € 5 mln. televisiegeld is. De club is financieel gezond, maar gezien de noodzakelijke investeringen voor de Serie B is het wel noodzakelijk dat Pro nog enkele jaren op dat niveau uit blijft komen. Secondo schijnt één van zijn zonen klaar te stomen als opvolger in zijn bedrijven zodat hij straks zelf al zijn tijd aan zijn geliefde hobby kan besteden. In tegenstelling tot de oude mannetjes bij het stadion blijkt Stefano zeer optimistisch over de kansen op lijfsbehoud. Hij deelt de mening van Wim dat de jeugdige ploeg (de jongste in de Serie B!) tijd nodig heeft om te wennen aan het hogere niveau van de competitie.
“Als in januari nog twee ervaren spelers aan de selectie worden toegevoegd heeft Pro zelfs een ploeg die bovenin mee zou kunnen doen”, aldus Stefano. Met onder andere Masi, Appelt Pires en vooral de bijzonder getalenteerde en grillige spits Iemmello is er ruim voldoende talent aanwezig.
“En vergeet De Paula niet”, voegt hij eraan toe. “Als die weer fit is, speelt hij zeker.”
De Braziliaan wordt net als Bencivenga en Di Piazza van Chievo gehuurd, een club waar voorzitter Secondo al in zijn tijd bij Pro Belvedere nauwe contacten mee onderhield. Kortom, er is genoeg perspectief in dit project, voldoende mogelijkheden.

Ondertussen is de avond ver gevorderd en worden de desserts opgediend. Met Stefano maken we de afspraken voor zaterdag. Stefano heeft het plan al klaar. Deze keer mag ik het live-verslag van de wedstrijd voor tuttoprovercelli.com schrijven. Een mooie geste en goede mogelijkheid om weer eens een ander soort ervaring op te doen in het Silvio Piola Stadion. “Maar het belangrijkste is dat Pro Vercelli wint”, zeg ik.
Stefano knikt instemmend. “Er moet iets veranderen.”

Op vrijdag hebben we een dag buiten Vercelli ingelast. Met de trein reizen we naar Asti om daar de Piedmontese culinaire heerlijkheid te ervaren. Op de terugreis stappen we uit in Alessandria en Casale. Alessandria blijkt een wat saaie stad te zijn met vooral veel winkels in twee grote winkelstraten. Het mooiste aan de stad is wat mij betreft dat Felice Milano er een tijdje gespeeld heeft. Casale blijkt een onverwachte verrassing. Een zeer mooi, relaxed en pittoresk stadje met alles erop en eraan. Authentiek en karakteristiek. Logisch dat Raffaele Jeffe ooit in dit stadje met jaloezie naar de sportieve prestaties van Pro keek en uit afgunst een eigen voetbalteam oprichtte dat nota bene eenmaal de scudetto zou winnen. De kroon op Casale. Het verhaal van Casale zegt iets over de voetbalrivaliteiten in Italië. Stad tegen stad. Afkomst en eer staan op het spel.

’s Avonds terug in Vercelli eten we in een restaurant een typisch Piedmontese herfstmaatlijd met porcini-paddestoelen. We zitten nog geen kwartier aan tafel als er plotseling een grote groep mensen binnenkomt. Eén van de mannen uit de groep loopt rechtstreeks op mij af en roept: “Forza Pro!”, waarop een stevige handdruk volgt. Niet veel later staan er drie mannen bij ons aan tafel met gevulde wijnglazen en wordt er rijkelijk geproost op Pro. Op het moment dat onze eerste gang wordt opgediend wensen de mannen ons smakelijk eten en keren terug naar hun tafel waar hun vrouwen wachten. Als we het dessert op hebben schuift één van de mannen bij ons aan. Hij blijkt Daniele te heten, een vriend op facebook en fervent Pro Vercelli-supporter. Er ontstaat een boeiend gesprek over Pro Vercelli. In zijn beste Engels vertelt Daniele over de grootsheid van de club. Een grootsheid die de klasse van individuele teams en spelers ver overstijgt.

“Pro zit in je hart”, is zijn boodschap. “De ware voetbalsupporter laat het kind in zichzelf los. Gevoel gaat dan boven verstand.” Veel van de nieuwe spelers hebben volgens hem met hun volle verstand en vooral hun portemonnee voor Pro Vercelli getekend, niet met hun hart. Dat is een probleem. Op mijn vraag hoe dat dan met Tiribocchi en Camolese zit, antwoordt hij het volgende: “Tiribocchi is een grote speler, maar hij wordt niet goed gebruikt, niet goed aangespeeld gezien het type speler hij is. Camolese is een goede trainer, daar is geen twijfel over mogelijk. Zie wat hij bij Torino heeft gepresteerd. Hij is zeer ervaren en psychologisch sterk. Precies wat het team nodig heeft. Waar het vooral aan ontbreekt is spelers met Pro in hun hart.”

En dan valt de naam Malatesta. “Hij zou een prima spits in de Serie B zijn geweest”, zegt Daniele. Malatesta-fan die ik ben, kan ik geheel met hem instemmen. De Koning van de Omhaal, De Bommenwerper, mijn favoriete speler van de afgelopen twee seizoenen zou niet hebben misstaan in het Pro van nu. Daniele en ik begrijpen elkaar. Dan wenken zijn tafelgenoten hem terug naar tafel.
“Gaan we morgen winnen?”, vraag ik Daniele ten slotte.
“Ik hoop van wel”, antwoordde hij. “Gaan jullie later vanavond mee op stap?”
“Dat gaat helaas niet lukken. We hebben morgenochtend nog een afspraak staan. Vroeg weer op”, zeg ik. Daniele waardeert de passie. Op zijn Italiaans nemen we afscheid van elkaar, en dan keert hij terug naar zijn tafel.

Op zaterdagochtend hebben we om tien uur een afspraak met Gianluca, één van de Pro Vercelli-tifosi met wie ik zo nu en dan e-mail. Het is de dag van de wedstrijd. Hij heeft sjaals en stickers van zijn supportersverenging meegebracht als blijk van waardering en vriendschap. Gianluca is zo vriendelijk om ons naar Caresana te willen brengen om het graf van de Rampini-broers te bezoeken. Gianluca heeft naar eigen zeggen Pro in het hart. Hij is getogen in Vercelli. Met zijn opa bezocht hij Pro Vercelli al. Vroeger in de lagere divisies kwamen er volgens hem vele duizenden mensen naar Pro Vercelli, zelfs in de laagste divisies. Nu ziet hij de leegloop van de stad. De dienstverlening ligt op zijn gat en er is weinig werk. Veel inwoners werken in Turijn of Milaan en zijn supporter van Inter, Juventus of Torino. Pro Vercelli laat men dan links liggen. Zelf is Gianluca actief in een supportersvereniging van Pro Vercelli. Hij voelt passie voor de club.

Zijn grootouders liggen ook begraven op de begraafplaats van Caresana en zo weet Gianluca van het graf van de Rampini’s. Op weg naar het graf van zijn grootouders loopt hij altijd even langs de Rampini’s om daar een schietgebedje te doen en geluk te wensen voor Pro Vercelli. Sandro Rampini kende hij persoonlijk. De voormalig topscorer van Pro Vercelli woonde in hetzelfde appartementencomplex als Gianluca. “Sandro Rampini was een kranige man. Klein van stuk. Geblokt en sterk gebouwd. Op negentigjarige leeftijd nam hij gewoon de trap als de lift het niet deed.” Over voetbal heeft Gianluca nooit met hem kunnen spreken. “Sandro was stokdoof.” 

Het graf van de Rampini’s ziet er mooi en strak vormgegeven uit voor zijn leeftijd. Een flink en goed onderhouden familiegraf zonder fratsen. Opmerkelijk genoeg is één van de dekstenen wat verschoven waardoor je in het graf kan kijken. De boxen waar de doden zijn bijgezet zijn te onderscheiden. Elke box is afgesloten met een steen met daarop de naam en geboorte- en overlijdensdatum van de overledene. Het best zichtbaar is het graf van Sandro Rampini. Eigenaardig, maar het voelt een beetje alsof we welkom worden geheten. Ik vertel Gianluca en Wim nog wat over het aandeel van Carlo en Sandro Rampini in de grote successen van Pro Vercelli. “Hier liggen de twee clubtopscorers aller tijden van De Witte Leeuwen. Twee grote voetbalkampioenen.”

Gianluca neemt ons mee naar de dorpskern van Caresana en vertelt over de armoede van vroeger in de rijstbouw. Ter illustratie laat hij ons een oud arbeidershuisje zien. Het bouwval staat er treurig bij. Caresana ligt middenin de rijstvelden, zo’n zeventien kilometer onder Vercelli, en was ooit slachtoffer van de pest. Gianluca vertelt dat de inwoners ten einde raad waren en de ossen uit wanhoop maar op straat lieten poepen in de hoop dat de ammoniakwalm de pest zou verdrijven. En zo geschiedde. Sindsdien wordt ieder jaar ter ere van de redders van het dorp een ossenrace gehouden. Vier ossen verschijnen op het strijdtoneel: een tweehonderd meter lang stuk weg vlakbij de kerk. De banen staan permanent met gele verf op het asfalt. Het schijnt echte Piedmontese folklore te zijn, dus gaat dat zien!

Gianluca kijkt dit seizoen zelf uit naar de wedstrijden tegen Novara in de Serie B. Dat zijn unieke wedstrijden die veel emoties losmaken. Een typisch voorbeeld van Italiaanse voetbalrivaliteit. Zoals die er ook is met Biellese. Enkele decennia terug trokken Biellese-supporters Vercelli in op weg naar de derby. Aan één van de doorgangwegen woonde een bejaard vrouwtje alleen in haar huis. Ze schijnt het huis uit te zijn gelopen en schold zonder vrees de rivalen, die in grote meerderheid waren, de huid vol. Casale is uiteraard ook een rivaal. Bij het stadion van Casale ligt een klein kanaaltje en het schijnt dat er rondom derby’s nog wel eens iemand in het water belandt. “Tegen Crotone zal van dat soort praktijken geen sprake zijn”, zegt Gianluca. “Beide clubs spelen denk ik voor het eerst tegen elkaar. Er worden niet of nauwelijks supporters uit het ver weg gelegen Calabria verwacht. Laten we hopen dat we winnen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten